Column: R.I.P. Cheik! Hup de Boys
Misschien was het al een voorteken. Een vage aanwijzing van het onherroepelijke onheil dat nog zou komen. Het steeds dichterbij komende geluid van een gewond en grommend roofdier dat zwalkend probeert te overleven, maar uiteindelijk toch bezwijkt. De naderende, donker wordende wolkenpartijen waarvan een ieder weet dat ze vroeg of laat zullen uitmonden in een knallend onweer.
Op 1 juli 2015, op de dag nauwkeurig, vierde het ‘kind’ FC Twente haar verjaardag. Althans, een deel van de supporters deden dat. Op het parkeerterrein voor de Grolsch Veste. In de verzengende hitte. Gewoon, omdat het niet meer dan getuigt van respect voor de club van je leven om de datum van het vijftigjarig bestaan te eren. De club lag op apegapen en kon het zelf niet maken om een feestje te bouwen. Via een snel georganiseerde “American BBQ”, ging die “heilige dag” echter toch niet ongemerkt voorbij. Het werd ook nog eens een mooie, spontane bijeenkomst van supporters uit alle geledingen van onze Twentse samenleving. De jarige job zelf was en bleef echter een aangeslagen indruk maken. De beide ouders waren ook niet aanwezig. Geen mensen van Sportclub en geen mensen van de Enschedese Boys. Geen formele toespraken, geen vette cadeaus. Het weeskind van het betaalde voetbal werd vijftig onder een kwaad gesternte en zou daarna een verweesde tocht der schaamte moeten maken, om uiteindelijk toch nog het vege lijf te redden via de licentiecommissie. Als ik er aan terugdenk lopen mij de rillingen nog over de rug. Rillingen van pure ellende en angst en ook rillingen van hoop en trots, kijkend naar de prachtige, trouwe en hondsfanatieke aanhang die wij hebben.
Dezelfde rillingen gingen mij, in het tijdsbestek van ongeveer een week, wederom over het lijf. Eerst was daar het schokkende bericht dat onze ex-middenvelder Cheick Tioté veel te vroeg het leven liet. In het harnas, op het trainingsveld. Binnen en buiten het veld was het een man die alles gaf, met alle bestraffingen van dien. Keihard was zijn spel vaak. Dikwijls ook met bekeken passing, want hij doorzag het spelletje toch meer dan goed. Nooit zullen wij die ene goal die hij ooit voor FC Twente maakte vergeten. De ontzettend belangrijke 1-0 thuis tegen Heerenveen, een paar weken voor het kampioenschap. Cheick die scoorde, het was wat!
Inmiddels ligt lichaam van Cheick onder het eeuwige gras van de grootste begraafplaats van de Ivoriaanse havenstad Abidjan. Dertig jaar is veel te jong om heen te gaan. Ik wens zijn familie en nabestaanden veel sterkte met het verlies van het karaktermens Cheick. R.I.P. !
Een week na dit nieuws kreeg ik weer een schok te verwerken. Het roemloos heengaan van mijn oude club Enschedese Boys. Zomaar, van de ene op de andere dag was het weg. Pats! Opgeheven! De club, de prachtige historie, de mensen. Ongelooflijk dat dit heeft kunnen gebeuren met één van de ouders van FC Twente. Jarenlang heb ik er met veel plezier gespeeld. Van de B1 tot de A1. Wat een wedstrijden, wat een figuren, wat een echte volksclub was het. De prachtige toernooien waar we aan meededen, de felle competitie, zowel intern als extern, de types als grens Roelof met de O-benen en onafscheidelijke vlag, “Plaatje”, van Golberdingen, de broers Matenaar, Ijspeert, Peter Bos met zijn geweldige linkerbeen, de jongens van Pots, job van Lenthe, “la maar los” Frankenhuis etc. etc. Veel gelachen en soms gehuild op dat mooie sportpark in Enschede- Zuid. Ooit speelde de club voor 25.000 man om het kampioenschap van Nederland. Jarenlang bivakkeerde de club in het betaalde voetbal en de bovenste regionen van het amateurvoetbal. Iedere thuiswedstrijd van het eerste volgde ik als jong knaapje met een fel kloppend groen-wit hart. De wedstrijdtune die gedraaid werd als de spelers het veld opkwamen zal geen boys man ooit vergeten. Om nog maar te zwijgen over de lekkere kroketten die we in de pauze van de wedstrijd in die prachtige kantine konden bestellen.
De verhalen die ik hoorde over de Boys en de tienduizenden supporters die kwamen kijken bij de wedstrijden op het van Heekpark, ze kwamen vooral voor Abe Lenstra, spraken en spreken nog steeds erg tot de verbeelding.
Jaren na mijn vertrek uit Enschede keek ik nog wekelijks naar de uitslagen van de Boys. Met in het achterhoofd dat stemmetje dat zingt; ‘Hup, de Boys”.
Het is heel onwerkelijk om te moeten aanvaarden dat een dergelijke volksclub er van de ene op de andere dag gewoon niet meer is. Kunnen er in het Enschedese geen krachten worden gebundeld om de club een herstart te geven? Iedere club kent zijn ups- en downs in de historie. Een trieste aftocht zoals nu, van een ooit zo glorieuze vereniging hoort echter gewoon niet. Damn, wat zonde.
Bij wijze van afscheidsgroet en uit respect, plaats ik bij dezen het eerste couplet van het clublied;
Wat er ook moog vergaan of vallen[google]
De Boys die blijft steeds een
De voetbalsport verbind ons allen
Voert ons naar hoger heen
Het vriendschap zout van het leven
Houdt ons aaneen gesnoerd
De kracht voor sport zij ons gegeven
Ons Boys naar hoger voert
De kracht voor sport zij ons gegeven
Ons Boys naar hoger voert
Gewoon, omdat het kan.
Ondertussen gaan we zo langzamerhand richting het nieuwe seizoen met FC Twente. Een seizoen met opnieuw veel uitdagingen en beperkte middelen. Daar later weer wat over. Voor nu past eerst even wat gepaste stilte. R.I.P Cheick! Hup de Boys.
COTE!!!
TAZ
[ligatus]
- Wed bij Jacks en krijg een bonus van 50 euro. Als je verantwoord speelt, houd je het leuk. Wat kost gokken jou? Stop op tijd, 18+.
Place comments
0 Comments
You are currently seeing only the comments you are notified about, if you want to see all comments from this post, click the button below.
Show all comments